Congregatie Zusters
Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede

Verslag conferentie met Kardinaal Danneels:

"Maria, weg van geloof"

Voor de conferentie in het kader van Illud Mane mochten we dit jaar Kardinaal Danneels verwelkomen. Door 'Maria, weg van geloof' als thema centraal te plaatsen vertrok hij van het hart van de spiritualiteit van de zusters: Maria. Maria, voor de Zusters symbool en behoedster van het mensenhart . Maria die mensen inspireert om langs het 'Ware, het Schone en het heilige' de mensen dichter bij God en God dichter bij de mensen te brengen. Maar ook Maria als een persoonlijkheid, als een karaktertrek, als datgene in mensen wat 'mariaal' is. Maria die in mensen werkzaam is als een manier van leven, een 'weg-ten-leven', daar waar deze in staat zijn zich over te geven aan het mysterie van het leven, aan hun naasten. Deze overgave, dit 'ja-zeggen' aan het leven als een mariaal kenmerk bij uitstek koppelde de kardinaal aan de vreugdevolle levenshouding van Maria, uitgedrukt in de blijde mysteries. Het vertrouwen van Maria in en haar overgave aan de roeping die de engel haar te kennen geeft, zijn sprekend daar waar zij zich geheel ter beschikking stelt in de vraag: Hoe zal het geschieden? Dat precies deze nederige gehoorzaamheid haar vreugde schenkt, verbond kardinaal Danneels met het tweede blijde mysterie waar Maria onmiddellijk dit goede nieuws gaat melden aan haar nicht Elisabeth: hetzelfde vertrouwen, en het enthousiasme dat daaruit voortkomt, schenken haar energie en het verlangen niet op zichzelf te blijven, maar de vreugde te delen. De grootheid van Maria, ziet hij op paradoxale wijze uitgedrukt in haar kleinheid. God kiest ervoor aanwezig te komen in het kleine en kwetsbare kind dat Maria ter wereld brengt: in een stalletje, ver weg van pracht en praal. Geen Koninklijke locatie, maar een koude stal, verwarmd door de liefde van eenvoudige mensen. Een leven dat van den beginne omringd wordt door kwetsbare liefde, maar evenzeer door de onvrede in mensenharten: Herodes dreigt de komst van de Redder te verhinderen. Dezelfde menselijkheid eigen aan het goddelijke gebeuren kan gezien worden in het vierde blijde mysterie daar waar Jozef en Maria net als elke andere burger Jezus opdragen in de tempel. Waar God zelf geen uitzondering op de regel maakt, mogen ook wij mensen het leven het leven laten zijn, omdat grootheid niet schuilt in onderscheidenheid of afgescheidenheid: laat ons maar gewoon doen, meent de kardinaal. En hij illustreert het met enkele rake anekdoten uit zijn eigen leven.

Dat de vreugde van Maria onvermijdelijk zou samengaan met groot lijden, werd geschetst in het vijfde blijde mysterie. De kardinaal slaagde erin deze verwevenheid van pijn en verdriet te benadrukken, waar hij van dit blijde mysterie van het terugvinden van Jezus in de tempel overgaat naar het lijden van Maria onder het kruis. Het 'ja' van Maria kan geen brave, blinde gehoorzaamheid zijn geweest: al van in den beginne werd het een ja gekoppeld aan een diep besef dat het er één van liefde zou zijn, en dus één waarbij pijn en verlies niet te vermijden zijn. Uit liefde zou ze haar Zoon loslaten, uit liefde zou Hij haar wegschenken. En toch durfde Maria het aan dergelijke weg te gaan, er niet van weg te lopen, onder het kruis te blijven staan. Vanuit een diep besef dat dit gek genoeg de weg tot leven zou zijn. Durven ook wij op de gepaste manier deze mariale overgave aan het leven integreren? Kardinaal Danneels, u reikte in elk geval enkele aanzetten aan om erover te bezinnen.

Petra Decock