Congregatie Zusters
Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede

Broussedispensaria


De broussedorpen kregen regelmatig het bezoek van catechisten, priesters en de zusters. Bij die gelegenheden werden o.a. de kinderen gevaccineerd, zieken opgespoord en verzorgd of meegenomen naar het ziekenhuis.

Na 1975 verminderden die bezoeken aanzienlijk, ten gevolge van het gebrek aan benzine. Ook door de toenemende activiteiten op de missie en de kleine communiteit die ervoor instond, betekende een beperking van de actieve hulp in de brousse. Na de nationalisering werden de broussedispensaria gesloten omdat de overheid geen medicijnen meer ter beschikking stelde van de medische sector. Toch brachten de zusters vernieuwing in deze dienstverlening.

Begin 1978 liepen twee jongemannen gedurende drie maanden stage in Bunkeya. De dokter leidde hen op tot gezondheidsagenten. Vervolgens ging elk van hen aan de slag in een groot centrum van de brousse. De zusters stelden een minimum aan standaardmedicatie, dat ze zelf aankochten, ter beschikking. Op die manier kon hulp verleend worden aan zieken in afgelegen dorpen. Malaria bij kinderen en volwassenen werd behandeld, infecties met wormen en kinderziekten werden opgespoord en behandeld. De gezondheidsagenten bleven helemaal afhankelijk van de missie. Af en toe kwamen ze medicijnen ophalen. Soms brachten de zusters of de hoofdverpleegkundige een bezoek aan de dorpen, ter controle en bemoediging. De broussedispensaria waren zelfbedruipend: de opbrengt van de verzorging en van de geneesmiddelen werd aangewend om het loon van de gezondheidsagent te betalen en nieuwe medicijnen aan te kopen.